5 september. De klittenkop van een gallowayrund in de Palmerswaard. (foto: Henk van der Kooij)
5 september. De klittenkop van een gallowayrund in de Palmerswaard. (foto: Henk van der Kooij)

De klittenkop van een gall-o-wee

Algemeen

RHENEN - Hoi, ik ben een halfwild gallowayrund. Galloways zijn hoornloze, zwart behaarde Schotse runderen. Ons kun je vinden in De Blauwe Kamer, in Plantage Willem III en in De Palmerswaard. Wij zijn de grasmaaimachines: wij behoren tot de grote grazers! Nee, je hoeft voor ons niet bang te zijn, we zijn van nature niet agressief.


Ik vind het heerlijk om in De Palmerswaard rond te lopen. Wel moet ik zeggen, vrijheid is geweldig maar kent ook zijn beperkingen. Kijk mij maar eens aan. Dit is natuurlijk niet mijn natuurlijk kapsel. Ik zit onder de klitten. Hier staan her en der grote klitten (oude naam klis). Deze planten produceren vruchtjes met een enorm aantal kleine haakjes. De ellende is nu dat de weerhaakjes zich vasthechten aan onze vacht. Je hebt dat als mens vast wel eens meegemaakt want ze hechten zich ook snel aan jullie kleding. Deze klitten krijgen wij runderen nu heel moeilijk uit onze vacht. Vandaar dat ik er eigenlijk niet uitzie. Die ellendige klitten zitten zelfs bij mijn ogen. Nee in vrijheid leven valt niet altijd mee. Ja jullie mensen weten er soms iets van te maken. Een Zwitser heeft na studie van de klit het klittenband ontworpen. Een tweedelig sluitingssysteem: een strook met haakjes (=buitenkant klit) en een strook met kleine lusjes waarin de haakjes vastgrijpen. Kunnen jullie voor ons ook niet iets bedenken om van die klitten af te komen? Nu doen wij alleen aan zaadverspreiding. Ik voel me nu een gall-o-wee. Nou, ik ga weer, doei!

Uitgelicht

Digitale krant