Afbeelding
Foto:

Op de Langendijk

De Lingedijk gaat bij het verlaten van Acquoy Langendijk heten.

In de bocht van de inmiddels niet meer ‘dode’ Linge ligt een bijzonder natuurgebiedje: de Put van Bullee. Het natte terrein staat in de zomer vol met orchideeën. De buitengewoon zeldzame bonte paardenstaart moet er dan ook zijn. Hij heeft serieus wat weg van de staart van het Brabantse trekpaard, zag ik op een foto.
Natuurlijk was het me opgevallen: er ligt hier geen asfalt op de dijk, ik loop hier op zand en grind. De middeleeuwse Langendijk is een zogeheten tuimeldijk. Hij kon opzij worden geschoven als een te hoge waterstand op de Linge dreigde – het ‘Ruimte voor de Rivier’-idee is helemaal niet nieuw. Het is dus niet zo raar dat de Langendijk later onderdeel werd van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Even over die waterlinie?
Dat water kan helpen de vijand te keren, dat hoef je ons Nederlanders niet te vertellen. Zet het land veertig centimeter onder water en je houdt de indringers op afstand. Het is dan immers niet diep genoeg om te bevaren en te diep om er met wagens en kanonnen doorheen te kunnen. Daarom legden we bijvoorbeeld in de Tachtigjarige Oorlog in de Neder-Betuwe de Spanjaardsdijk aan om de Spanjaarden de doortocht te beletten. Een eeuw later bouwden we de (Oude) Hollandse Waterlinie om de Fransen buiten de deur te houden. En weer twee eeuwen later wat meer naar het oosten de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Die is overigens maar drie keer in gebruik genomen – ‘gesteld’, moet je eigenlijk zeggen: in de Frans-Duitse oorlog, in de Eerste Wereldoorlog en net voor het begin van de Tweede. Die derde keer bleek de truc niet meer te werken. Parachutisten, vliegtuigen en raketten trekken zich van een beetje water niks aan.

Het laatste stukje van de Langendijk is in 2018 tot ongenoegen van menigeen verhard: zo ga je niet met ons erfgoed om. De kleur van de huidige ‘bitumenlaag met grind' benadert gelukkig een beetje die van de oorspronkelijke bovenlaag.