De na-oorlogse raadsperikelen in de gemeente Lienden

'Integratie bès, mar nie in 't Binne'

LIENDEN - Al eerder stoeide de gemeenteraad met problemen rond het woonwagenbeleid. Ook landelijk veranderden de plannen nogal eens. Kleine kampen, dan weer veel  grotere. Er ontstond een nieuw fenomeen. De integratie van woonwagenbewoners in de wijken.

Door Piet Verwoert

Het was weer eens zover. Er moest een kamp(je) komen voor woonwagenbewoners. Maar waar?Integreren! Woonwagencentra in reguliere woonwijken met behoud van de wooncultuur. Dit idee moest meer welzijn opleveren voor woonwagenbewoners. Dit bleek lang niet altijd vanzelfsprekend. De integratiegedachte waaide vanuit Den Haag naar de Betuwe. Het college van B en W. was enthousiast over deze nieuwe gedachte. Met name de voorzitter.

Laat nou in het bestemmingsplan Het Binnen-2 nog ruimte zijn. Er paste naast de nodige woningen ook wel een kampje in voor woonwagenbewoners. Het plan kwam op de agenda van de raad. Inmiddels was het een en ander al bekend bij de bewoners van deze wijk. Die bleken minder enthousiast. Tijdens de behandeling van het moderne agendapunt zat de publieke tribune stampvol. De voorzitter wees op de voordelen van de integratie. "Deze mensen zullen zich thuis voelen in deze wijk." 

Na wat onrust op de tribune (de raad was amper aan 't woord geweest) vond Hoftijzer het tijd voor inspraak. Gelijk bingo. Achter in de zaal stond iemand op. "Integratie bès, mar nie in 't Binne. 'k Wit un veul bètere plek. As u 't kampje nou 's mak op 't terrein van de Kroonheuvel in Ommeren."

"Maar daar woon ik!" 't was eruit, voordat de voorzitter er erg in had. Een daverend applaus. De integratiegedachte was snel van tafel. Het werd de Nieuwe Steeg in Ingen.