11 aug. 2022. Tollewaard, Lienden. Wegvliegende Grauwe Ganzen en Lepelaars. (foto: Henk van der Kooij)
11 aug. 2022. Tollewaard, Lienden. Wegvliegende Grauwe Ganzen en Lepelaars. (foto: Henk van der Kooij) Foto: Henk van der Kooij

Alles vliegt... maar waarheen?

LIENDEN - Recent kreeg ik plotseling een groot verlies te verwerken. U herkent dat misschien wel: je wordt dan zo bepaald bij de betrekkelijkheid van het leven dat je echt geen energie hebt om je druk te maken over alles en nog wat. 

Door Henk van der Kooij

Een wijze koning schreef eeuwen geleden: ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. Oftewel, alles is even vluchtig. Op de foto ziet u wegvliegende Grauwe Ganzen en Lepelaars. Ze vliegen – jong of oud – allemaal dezelfde kant op. Wij – jong en oud – ook.  Wij vliegen namelijk van het begin van ons leven naar het eind van ons leven. Ons aller leven is begrensd. Het ene geslacht gaat, en het andere  geslacht komt. Bij de vogeltrek weten we van vaste tijden. We denken dan meestal aan de maand oktober. Toch zijn de eerste vogels al vertrokken. Neem nu de Gierzwaluw. Gierzwaluwen zijn lange-afstandstrekkers die de winter doorbrengen in het grote gebied tussen Mali en Congo. Ze trekken in juli-augustus vanuit Nederland weg en pas half april-begin mei keren ze weer terug. Hun gierend geluid is dan ook nu van de lucht. 

Maar onze mensenwereld kent ook vaste tijden. Op een van Hogerhand bestemde tijd reizen ook wij af. Bijzonder is dan wel als er nog een afscheid nemen mogelijk is. Dat is niet een ieder gegeven.  Er is wel  één groot verschil tussen de vogel- en mensenwereld: de adem van ons mensen is eeuwig, die van de vogels niet. Daarom klemt de vraag: waarheen vliegen wij?