De na-oorlogse tijd in de gemeente Lienden

De brand geblust

LIENDEN - Zo half augustus 1947 liepen de gemoederen in de raad hoog op. Het warme weer was hier niet de hoofdoorzaak van. Nee, het ging op die achtste augustus over de brandweer. Over het minder goed functioneren. 

Door Piet Verwoert

Raadslid Van Ommeren wees op het tekort aan brandweerlieden. "Een te lage bezoldiging, gebrek aan goede laarzen en geen beschermende kleding." Niet niks. Maar het belangrijkste argument moest nog komen... 

Op zaterdagavond 2 augustus was de brandweer te langzaam uitgerukt, volgens hem. Er was brand in de Marschpolder. Bij wie? Juist... bij de familie Van Ommeren. Wethouder Van Westrhenen nam het op voor de brandweer. "Niets dan lof voor die mannen. Zeker voor Van Arkelen en Moolebeek.
Bovendien was de brandweer van Rhenen ook ter plekke. Om de helpende hand te bieden. Maar dat bleek niet nodig.

Raadslid De Haas had ook een aanmerking op de brandweer. Hij had de commandant, C.S.A. Albarda gezien bij de brand in een personenauto. Krijgt de commandant nu ook al een auto?" Van Westrhenen merkte op dat Albarda de auto uit privé-middelen had betaald. Hiermee was de brand ook die avond geblust...

Intrek

In oktober 1947 betrok de Rijkspolitie, groep Lienden, een groepsburo op de bovenverdieping van het gemeentehuis. Het Rijk huurde een kamer voor 860 gulden per jaar. De R.P. bleef hier jaren gehuisvest.

De Bomberg krijgt lichtpunt.

De buurtschappen De Gemeent, Langeweide, De Bomberg en de Hooge-en Achterbrink werden in december 1947 aangesloten op het lichtnet. "Mooi", vond wethouder Van Steenis. Eindelijk lichtpunten op die buitenplaatsen. Niet voor de tijd."