Aandacht voor Meeuwen
NEDER-BETUWE - Bent u wel eens in het buitenland geweest? Wat meer landinwaarts in Europa? Wat kan het daar stil zijn aan vogels. Wat mis je dan eigen land zo rijk aan die vliegende schepsels! Met name meeuwen komen bij ons veel voor, zowel in de zomer als in de winter. En wie er oog voor heeft, weet dat in de Betuwe in het winterhalfjaar meeuwen voor de invallende duisternis massaal naar het zuiden vliegen en ‘s morgens weer uitzwermen naar het noorden.
Door Henk van der Kooij
’s Nachts slapen meeuwen graag in grote groepen op plassen (slaaptrek). ’s Morgens vliegen ze weer uit op zoek naar voedsel (voedseltrek). Ze vliegen daarbij gerust tientallen kilometers. Het winterhalfjaar is tot op heden nat verlopen. Daardoor zijn er in de uiterwaarden allerlei ondiepe plassen ontstaan. Juist daarbij zijn veel meeuwen aan te treffen.
Op de foto ziet u twee soorten. De voorste is een Strommeeuw. De achterste een Kokmeeuw. Ziet u verschillen? De Stormmeeuw is duidelijk groter en heeft grijzere vleugels. De Kokmeeuw heeft rode poten (een Stormmeeuw geelgroene, maar nu bemodderd) en een duidelijke oorvlek. De vogels hebben geen oog voor elkaar. Zijn allebei op zoek naar voedsel, waarschijnlijk vooral naar insecten. Moet u eens proberen deze twee te onthouden.
En als u bijvoorbeeld bij een hertenkamp woont, waar gevoerd wordt, dan moet u eens uitzoeken welke witvogels in noodtempo op het voeren afkomen. Trouwens, wel heel begrijpelijk. Wij proberen toch ook als het kan een graantje mee te pikken?