Cuneragilde gids Harry Barrau. (foto: Willy Hoorn)
Cuneragilde gids Harry Barrau. (foto: Willy Hoorn)

Grafstenen in de Cunerakerk

RHENEN - Er liggen geen 'rijke stinkerds' meer in de Cunerakerk. Alleen een groot aantal grafstenen herinneren aan de tijd dat er tussen 1400 en 1828 begraven werd binnen de Cunerakerk. De uitdrukking verwijst naar de geschiedenis, toen er voornamelijk rijke en voorname overledenen in de kerk begraven werden. Buiten de kerk werden de arme mensen begraven.


In Frankrijk had Napoleon in 1804 al kerkbegrafenissen verboden. In de Napoleontische tijd in Nederland gaf Lodewijk Napoleon in 1808 de aanzet tot een verbod op begraven in kerken en binnen bebouwde kom. De aanleiding waren de risico’s voor de naaste omgeving (watervoorziening uit ondiepe waterputten) en de geuroverlast (stank) in de kerkruimte.

Aan de kerkbegrafenissen in de Cunerakerk kwam een einde in 1828. Oorspronkelijk lagen er 236 grafkelders en grafstenen verspreid door de kerk. Nu liggen er nog een aantal grafstenen bijeen bij de westmuur (toren) en de zuidwestkant (doopkapel). Soms werden de afmetingen rigoureus doorgesneden om ze passend te maken in de vloer. Zoals op de foto het graf van Henrick Valckenaer, onder de trap naar het orgel. Henrick Valckenaer, overleden in 1431 en Odilia (Oy) van Nievelt, overleden 1517. Op de graven zijn de verschillende wapenschilden van de familie zichtbaar.

De grafstenen zijn te zien tijdens de zomeropenstelling van de Cuneragilde in augustus op woensdag - zaterdagmiddag van 13:00 – 16:00 uur. In de kerk ligt ook een Gravenboek met overzicht en informatie over alle overledenen die ooit in de Cunerakerk begraven lagen.