Patatmens en distelvink
AlgemeenLIENDEN - Mogelijk behoort u tot die mensen die elke week patat eten. Want patat is heerlijk én ook gemakkelijk! (Tussen haakjes: ik ben geen patatmens, maar een karnemelkpannenkoekmens). Maar … nu naar de vogel op de foto. U ziet een ongelooflijk kleurrijke Putter.
Door Henk van der Kooij
Wat een opvallend kleed: rood gezicht, zwart met witte kop en zwarte vleugels met een brede gele vleugelstreep, bovendelen bruin en de onderdelen licht tot wit (aldus Vogelbescherming). De snavel bepaalt het voedsel. De foto toont een spits-driehoekige snavel: zaadeter. Putters eten voornamelijk rijpe en onrijpe zaden van planten als distels, teunisbloemen, zonnebloemen en paardenbloemen. Alleen de jongen krijgen tijdens hun groei ook veel insecten. Deze bevatten de voor de groei zo belangrijke eiwitten. Putters zijn in onze streek regelmatig te zien en te horen. Ze houden van plekken met droge ruige plantengroei met veel composieten want die zijn rijk aan plantenzaden.
Op de foto ziet u een zaadetende Putter op een kleurrijke Speerdistel. Ik kan niet zeggen dat ik graag tussen distels loop, maar deze vogel heeft van al de distelprikkels geen last.
Er zijn er onder ons die distels liefst platmaaien. Soms is dat nodig, maar niet altijd! Maaien mag niet verworden tot zodanig platmaaien dat bermen en slootkanten verworden tot bloemarme ganzonachtige vegetaties. Putters zijn afhankelijk van zaden. Ze worden ook wel distelvinken genoemd.
Ik gun u uw patat, ik gun de Putter zijn distelzaden. Laten we waar mogelijk ook aan deze fraaie schepsels denken. Juist maaien is beheren en behouden.
